Na maanden huisarrest, zijn we eindelijk een weekendje weg in ‘eigen’ land. Omdat vliegen naar Spanje nog een maandje moet wachten, zijn we een oude wens van onze bucketlist aan het wegstrepen. Berlijn!
We hebben zitten dubben wat de beste reisoptie was, want Berlijn ligt 660 km van Kranenburg. De trein was duur en tijdrovend en het vliegtuig onpraktisch. Dus tuften we vrijdagmiddag met onze Zafira (die zelf dolgraag naar Spanje wil) langs Baustelle und Stau dwars door het Duitse land. Zes uur later parkeerden we Zafi bij een gratis P&R aan de rand van Berlin om de U-Bahn naar die Mitte te pakken. Een prima oplossing, want het hotel zit pal naast het metrostation, om de hoek van de Potzdamer Platz. De bruidssuite zag er tip top uit en na een heerlijke Indian maaltijd vielen we als een blok in slaap.
Zaterdagmorgen stond een uitgebreide fietstocht door Berlijn gepland, dus vroeg uit de veren. De Taiwanese taxidriver was nog eigenwijzer dan de gemiddelde corpulente 50+ Nederlander en doolde zonder Dom Dom doelloos door de stad. We kwamen net op tijd aan bij het vertrekpunt in de hippe wijk Prenzlauer Berg. Het fietsgroepjes was maar 4-mens klein en wij waren de eerste Nederlanders in drie maanden. Best logisch, want tot Marion’s verjaardag hanteert Nederland code oranje en blijven de meeste weekend-toeristen nog weg. Aber es ist unsere Heimat und wir haben das Recht!
Het was indrukwekkend. Als een rode draad loopt de Berlijnse muur door de recente geschiedenis van de stad en overal kom je langs markante plekken met elk een eigen verhaal. Het is nog maar 30 jaar geleden dat deze haatdragende politieke scheiding werd afgebroken, maar het is nog steeds voelbaar. Mijn generatie is opgegroeid met het schijnbeeld dat West goed was en Oost-Berlijn gevangen zat. maar Het Klein Orkest heeft dat in het liedje Over de Muur al onderuit gehaald en dat is terecht. Want grote delen van West-Berlijn, zeker in de buurt van de muur, waren net zo lelijk en slecht. De ironie is dat met name de Oost-Berlijnse wijken hip en happening zijn, met duurdere huizen en waar diversiteit en creativiteit floreren.
De tweede voelbare wond van Berlijn is natuurlijk de opkomst en ondergang van het nazisme, indirect ook de veroorzaker van de Muur. Het is voelbaar omdat het niet is weggestopt. Vooral bij de tentoonstelling Topografie des Terrors wordt goed in beeld gebracht hoe het begon en wat het veroorzaakte. Het neemt je adem weg, maakt je misselijk. En tegelijkertijd laat het zien dat we nu weer dezelfde uitdagingen hebben; hoe gaan we om met haat, uitsluiting en superieur-gevoel? Negeren wij minderheden, die zich achtergesteld voelen, omdat we in de meerderheid zijn? Of moeten we minderheden juist niet beschermen tegen de grote boze massa? Rechtvaardigt de meerderheid de uitsluiting van andersdenkenden? Kijk wat Orbán in Hongarije doet? Hoe ver ben je dan al onderweg naar een nietsontziende totalitaire aanpak? Loop één keer over het Holocaust-monument in Berlijn en je krijgt kippenvel bij de gedachte.
Vandaag gaan we naar de Reichstag. Ik was verrast om te horen dat het historisch gezien niet eens zo’n grote rol heeft gespeeld. Na het fikkie in 1933, voor Hitler dé aanleiding om te beginnen met zuiveringen, heeft het jarenlang als een vervallen kolos staan te verpieteren in een verdeeld Berlijn. Pas daarna werd het voor een godsvermogen gerestaureerd tot het parlementsgebouw van een herenigd Duitsland. Ik ben benieuwd hoe het imposante gebouw met glazen koepel er van binnen uit ziet. Maar eigenlijk is heel Berlijn een verzamelplaats van grote, mooie, soms groteske gebouwen. Ze liggen verspreid door de stad, verhalen over een rijke geschiedenis en passen bij de grootste stad van de EU (nu London is afgevallen). 3,6 miljoen inwoners, best veel.
We zijn blij dat we ‘tick-the-box’ voor Berlijn kunnen doen. Het is indrukwekkend, maar toch weinig verrassend. Het is ook geen aanrader om in die Mitte, het moderne stadscentrum, te bivakkeren. Te steriel en gepland. We missen spanning en verbazing, zoals bij onze tripjes naar Rabat of Talinn. Sorry voor John F. Kenneddy, aber ich bin kein Berliner.





