Wat een mallotenwereld! Trump maakt van Amerika een brandhaard, Femke heeft kapotte inschattings-sensoren, KLM begint volgende week met massaontslagen en Hema-worsten worden misschien gesponsord door onze eigen overheid. De Europese Bank drukt ondertussen even 2,8 miljoen kilo briefjes van € 50,= erbij. Het is Monopoly 2020 en het geld is straks net zo nep.
Kleine dingen geven het leven gelukkig nog kleur. Zoals de noodkreet van de bouwcoördinator van mijn tennisclubje in Berg en Dal. Het clubhuis wordt compleet gerenoveerd en dus moest er veel zelf gesloopt worden om de bouwkosten te drukken. Wie o wie wilde er a.j.b. zaterdag met een spade en gereedschap naar de club komen om te helpen? Omdat ik door Corona nog niet aan mijn twee verplichte vrijwilligersdiensten ben toegekomen, was er eigenlijk geen echt goede reden om te weigeren. En dus trok ik mijn bouwkloffie aan en stond om 8.30 uur paraat.
Tot mijn grote verbazing hadden er 15 mannen dezelfde conclusie getrokken en werd er monter aangevangen met het slopen van gevels, verwijderen van vloeren, afmonteren van schuifpuien en het kaal trekken van de stalen draagconstructie. Na een uurtje voortvarend werk kreeg ik uit het niets een dikke houten draagbalk op mijn voet. Daar valt mee te leven, ware het niet dat slechts aan één kant een paar stevige spijkers zaten en precies 1 van die spijkers door mijn schoen in mijn wreef boordde. Met moeite kregen we de balk weer los van de schoen. Ik voelde me even Jezus die aan het kruis zat genageld. Het voelde niet echt comfortabel…
Na het uittrekken van de schoen verwachtte ik een mini purperen fonteintje, maar tot onze stomme verbazing zat er alleen een diep bloedeloos gat waar een mooie vuurpijl stevig in zou blijven staan. En omdat mijn klusavontuur, onder het zicht van allemaal nieuwe tennisvriendjes, niet zo kon eindigen, sjorde ik mijn bouwschoen Bokitoproof dicht en ging weer verder. Ik hield hinkend als een aangereden hertje toch nog zes uur vol, maar toen was het tijd om de “daar heb je hem weer”-blik van Marion op te gaan zoeken. Een zwik pijnstillers, icepacks en veel witte wijn hebben de zwelling niet tegengehouden. Zondagmorgen tennissen met vriendje Gaico is niet heel realistisch…
Dat is best jammer, want ik heb de lol in tennis helemaal terug. Vooral dankzij amigo Gerard, die in Spanje altijd een thuiswedstrijd speelt. Maar de minder beschikbare vluchten in de winter gevolgd door een Corona-reisverbod hebben dat twee-dagelijks pleziertje ook stilgelegd. Daarom is het heerlijk om weer één of twee keer per week met vriendje Gaico ouderwets te staan rossen op de gravelbanen van ons nieuwe tennisclubje. Oude tijden herleven; baseline groundstrokes, topspinnende forehands, dropshots, slicende backhands. En ook heel veel unforced errors, want we rammen wat af. Meestal is na een uurtje de pijp wel leeg, want de geest is sterker dan het lichaam.
In mijn jeugd op de Goffert lagen er altijd 5 gravelbanen klaar om te tennissen. Dagen heb ik met vriendjes René, Henk en Robbert de meest rare tennis-marathons gehouden met bizarre regels: snoeiharde forehand die via de netband goed stuiterde, was meteen een gewonnen game. Met serveren leverde een kanonskogel die je tegenstander raakte twee extra punten op. Bal terugslaan met je verkeerde speelarm was direct een punt. Voor lezers die niet tennissen is dit waarschijnlijk allemaal abracadabra , maar insiders die vroeger getennist hebben herkennen het meteen. Ik sloeg gemiddeld een racket of 4 per jaar kapot, de meeste uit frustratie en boosheid. Vroeger…
Ik verwacht, na deze korte wreef-interruptie, weer snel de baan op te kunnen. En wellicht pak ik straks wat extra bardiensten in het gerenoveerde clubhuis. Of beter nog, ik word ook lid van de barcommissie! Dan kan ik snel zorgen voor een mooi dranken-assortiment op een ruim terras, waar 1,5 meter afstand geen probleem gaat opleveren.
Misschien vraag ik Marion wel om me op vrijdagavond op te halen, na zo’n vermoeiende bardienst. Het is tenslotte maar 10 minuten tot ons stulpje in Duitsland. Doet ze met alle liefde, denk ik.
Als ik maar in beweging blijf. Want ik denk dat die spijker terug geveerd is op mijn vetweefsel. Dan heeft een hoog BMI (Bolle Makker Index) toch nog zijn voordeel. Survival of the fattest!


Mooi verhaal weer Frank. Zat zelf ook nog even te denken aan jouw verbouwing in Duitsland . Deze was toch ook vlekkeloos ..?