Met een melancholische ondertoon verlieten we Baskenland om onze trip voort te zetten in de Rioja-streek. Na alle gelukzalig lekkere pintxos was het nu tijd om ons op vloeibare producten te concentreren. Het is een zware opgave, maar iemand moet het doen. Dan offeren wij ons wel op, voor jullie.
Eerst deden we nog Burgos in de regio Castilla-Léon aan, voor een snel bezoekje aan de immense kathedraal, éen van de grootste van Spanje. Maar door tijdsgebrek skipten we de rondleiding van twee uur, omdat er natuurlijk wel eerst geluncht moest worden. We hebben Maria, aan wie de kathedraal is gewijd, beloofd dat we een keertje terugkomen. Met een vette knipoog gaf ze haar zegen.
Laat in de middag kwamen we bij ons volgende schattige Casa Rural aan, in een pittoresk dorpje midden tussen de wijnvelden. In de dorpskroeg proefden we alvast wat heerlijke varianten. Langzaam liep het tentje vol met lokale bottelaars, die er zelf niet in spuugden. Toen mijn cluppie FCB begon te spelen haakte Marion af en bleef ik met de dorpsgek over, die nog nauwelijks uit zijn ogen kon kijken. We schakelden over op cognac en bier en vierden de mooie goals van Ansu Fati en de Jong alsof we eindelijk weer de Champions League hadden gewonnen. De kroeg ging daarna meteen op slot.
De volgende ochtend begon natuurlijk stroef, mede omdat ik ‘s nachts ondanks aandringen van Marion vertikt had om de koelboxstekker uit te zetten in de auto, en dus een lege accu.. Gelukkig hielpen bezorgde locals om onze Zafira weer aan de praat te krijgen, want het werd tijd voor de wijnproeverijen in Haro, de wijnhoofdstad van La Rioja. We begonnen bij de gerenommeerde bodega Gomez Cruzado en proefden tussen de wijnvaten in het pakhuis vijf topwijnen. Daarna nog snel voor de lunch een proeverij bij Cuné, één van de grotere jongens. Gelukkig was op zondagmiddag verder alles dicht, dus we lunchten uitgebreid en heerlijk op een werkelijk fantastische locatie, Claustro Agustino. Als hoofdgerecht deelden we een T-bone steak van één kilo, die met een Viña Ardanza Reserva 2009 van wijnhuis La Rioja Alta S.A. toch verrassend soepel verdween.
Uitgeput kwamen we aan in het dorpje Clavijo, niet meer dan een paar huizen vlak onder een kasteel uit de 9e eeuw. Ook hier was de lokale kroeg de enige plek waar nog leven was, maar al vroeg haakten we af om ons lichamelijk voor te bereiden op nog een zware dag met proeverijen. Gelukkig maar, want precies om 10.50 uur staken we onze neuzen in het eerste glas, ditmaal bij de kleine bodega Tritium, waar slechts 15.000 flessen per jaar worden gemaakt. De gedreven eigenaar, de middeleeuwse ambiance in de gewelven, de fenomenale wijnen en alle verhalen achter de wijn familie waren een topbeleving. Het bezoek daarna aan het schilderachtige dorpje LaGuardia en het centrum van Logroño was slechts uitstel van het onvermijdelijke; we moesten La Rioja verlaten..
Het laatste onderdeel van onze rondreis was een bezoek aan de Delta de Ebro, aan de Middellandse Zee en twee kasteelovernachtingen in de Parador van Tortosa. Het tripje ernaar toe was het langste traject van de hele reis, maar ook vol natuurschoon. Na alle ontberingen en aanslagen op onze lever en nieren was deze Parador de verdiende beloning. We werden geüpgraded naar de torenkamer, waar we als Spaanse koningen, helaas zonder hofhouding, neerkeken op het gepeupel onder ons, ook al viel onze kleding en auto een beetje uit de toon in deze omgeving.
De Delta de Ebro is de rijstschuur van Spanje én daardoor ook één van de bekendste vogelgebieden. Zo ver als je kunt kijken zie je rijstvelden, die in deze tijd van het jaar worden geoogst. Aan de zuidkant bevindt zich een smalle zandstrook waar de zee aan twee kanten voor bij stroomt. Helaas (maar misschien terecht) was het gedeelte van de flamingo’s voorgoed gesloten om ze rust te geven.
Om op onze leeftijd toch Instagram waardige foto’s te maken parkeerde ik Zafi op een verlaten stuk strand, maar dat was een fikse misrekening. Door de enorme regen van de laatste tijd was het zand zompig geworden en zakte Zafi bij het wegrijden tot zijn enkels weg in het zand. We zaten muurvast. Na een paar kilometer lopen, een onverwachtse lift en veel hulp kregen we de auto eruit en konden we proestend van het lachen aan de lunch. Het was best een domme cowboy-actie, maar het liep goed af.
Met het bezoek aan de Parador was weer een cirkeltje rond, want het was de laatste overnachtingsplek met mijn moeder geweest en in Delta de Ebro heb ik haar mooie afscheidsfoto gemaakt. En nu zijn weer in Rosamar. Een hele ervaring rijker en ook een hele partij prachtige wijnen. Het zit erop, maar het smaakt alweer naar meer. Reizen verveelt nooit!