Het is weer zo ver. Samen met fratello Joost ben ik aan het Michiel-weekend begonnen, ons twee-jaarlijkse tripje Memory Lane naar een plaats in Europa die zijn naam draagt. Als ode aan zijn broer en mijn beste vriend Michiel. En dit jaar is Le Mont St. Michel in Frankrijk aan de beurt.
Het is een dikke zes uur rijden naar Normandie. Maar de tijd vliegt als twee hard werkende vijftigers veel bij te praten hebben, zoefend met een hybrid over dure Franse tolwegen. Ondanks al het doordeweekse ge-app en file-telefoontjes, gebruiken we deze weekenden ook om wat dieper door te dringen tot onze roerbeginselen en werkdillema’s. Het levert, zelfs na 38 jaar vriendschap en 23 jaar gemis, nog verrassingen en nieuwe inzichten op.
Vrijdagmiddag hebben we gebruikt om de D-day stranden van Normandië te bezoeken. Ik ben er al een paar keer geweest, maar het blijft me fascineren. Duizenden jonge Amerikanen, Engelsen en Canadezen hebben daar, op de stijle kliffen van Omaha, Utah, Juno of Gold Beach, het leven gelaten voor onze vrijheid. Kansloos afgeknald op het strand, vanuit zwaar gepansterde bunkers op de hellingen. Als je er een keer geweest bent, snap je wellicht mijn oneindig trieste gevoel dat deze dappere jonge kerels niet ouder dan gemiddeld 22 jaar zijn geworden. De waanzin van een (wereld)oorlog, ontstaan vanuit haat naar andersdenkenden. Let’s never forget.
De volgende ochtend gingen we, minder fruitig als verwacht als gevolg van een copieus diner met alle Franse topspijzen en wijnen, naar het hoofddoel: Le Mont St. Michel. In 1981 was ik er voor het laatst geweest, met mijn vader als kadotripje voor het ter nauwernood halen van mijn HAVO-diploma. Een weekend vol ongemakkelijke stiltes, want zoveel hadden we elkaar niet te vertellen. Ik kon mij nog wel herinneren dat je toen je auto parkeerde op een zompige zeebodem, waar net de vloed was weggetrokken en dat je om 17.00 als de wiederweerga weg moest sjeesen om niet door de vloed te worden meegesleurd. Das war einmal.
Le Mont St. Michel anno 2017 is een strak georganiseerd massa-event, wat begint op het immense parkeerterrein, ver buiten de kritieke vloedlijn. Met hypermoderne shutllebussen wordt de wereldbevolking afgezet voor de hoofdpoort van het eiland. De Berg is een onvervalste tourist-trap geworden, met het hele arsenaal aan souvenirshops, fastfoodmeuk, saaie massa-menu restaurants en prulleriawinkels. En ondanks dat, is het de moeite waard. De ligging in een eindeloos groot wad vlakbij de Atlantische oceaan, de unieke bouw op een rots met talloze smalle straatjes en oude huisjes en de immense abdij St. Michel op de top zijn absoluut een must-see.
Nadat we een kaarsje hadden aangestoken, werd het tijd om de steeds voller wordende rots te verlaten. Joost had nog een trouvaille in petto, het vissersplaatsje Cancale, 50 km verderop. Beroemd om zijn oesters, kokkels, krab en ander soortig heerlijk zeefruit. Met stip op 3 bij Trip-Advisor stond restaurant à Contre Courant. We laveerden buiten slim door de lange wachtrij, installeerden ons aan een miniscuul tafeltje en bestelden de grootste Plat de Fruits de Mer Exceptionelle met een fles Chablis. We hebben er precies 2,5 uur over gedaan om alles op te krijgen, met hulp van een tweede fles Chablis…. It’s a dirty job, but somebody has to do it. En verder, Eurocard, Mastercard.
Straks rijden we terug en gaan we op de terugweg alvast filosoferen over de volgende bestemming. Wordt het Saint Michael’s in Schotland? Of Michaël’s kerk in Galata op Cypres? Elk Europees land biedt wel een mogelijkheid om deze traditie voort te zetten. Om te zorgen dat we sommige dingen niet vergeten. Dat we blijven mijmeren hoe de wereld er mét een afwezig iemand uit zou hebben gezien. Bekenden of onbekenden, zoals de dappere duizenden op Omaha Beach.
Maar laat ik vrolijk eindigen. Het is geen straf om een paar dagen met je beste maat te laven, te lachen en elkaar te challengen. Om oude koeien uit de sloot te halen en een smeuige, nieuwe kleur te geven. Old soldiers never die.