Ik ben verdwaald. Wel bewust, maar toch. Vrijdag vertrokken met Ryanair en geland in Pisa. Het is San Miguel weekend en dit keer is Pisa aan de beurt. Om de hoek ligt in Lucca de Basilico San Miguele. Dat is het hoofddoel van het tripje met fratello Joost, ter nagedachtenis aan zijn broer en mijn beste vriend.
Ik heb een beetje een haat-liefde verhouding met Italie. Zoals de meeste Spanjaarden vind ik de Italianen overdreven aanstellers. Die met hun gigolo-gedrag ook al decennia lang de Spaanse kusten onveilig maken en de ‘markt’ verpesten… Ik wilde er vroeger nog wel eens eentje op zijn babyface toefen in Lloret de Mar, als hij in mijn wijk rommelde. Ik werd dan altijd volledig gesteund door de opgetrommelde Guardia Civil, die net zo’n hekel had aan die Casanovas van de overkant. Testeron, lastig spul.Maar eerlijk is eerlijk, Italianen weten wel te leven. La Dolce Vita. En qua keuken kunnen de Spanjaarden ook veel leren van de Italianen. Het is net allemaal wat verfijnder, smaakvoller en puurder.
Pisa is natuurlijk beroemd om zijn scheve toren. Ik had het ding nog nooit live gezien en was aangenaam verrast, ondanks de Ipaddende Aziaten. Tijdens de bouw in de 10e (!) eeuw ging het al fout en helde het ding over. Grappig om te zien dat ze het bovenste deel een beetje gecorrigeerd hebben, waardoor er een rare knik in zit. Maar wel van het beroemde, prachtig witte Carrara-marmer uit de streek. Op het Campo di Miraculi staan ook nog de zeer fraaie Duomo en het Batisterio. Alles ademt historie uit, zoals de meeste Italiaanse steden. Ze leven gewoon in een museum. Wij meestal in een Vinex-wijk.
Gister zijn we met de trein naar Porto Venere gegaan, het minder drukke zusje van Cinqueterre. Je stapt in een ansichtkaart en loopt door een schilderij van Bellini. Port Venere betekent de Haven van Venus. Zou dat die zilte zeegeur verklaren?.. Het kerkje uit de 9e eeuw torent hoog boven het stadje uit en het uitzicht daar is adembenemend. De zee heeft overal flinke happen uit de grillige Ligure-kustlijn gebeten. Op een imposante heuvel lag een prachtige kerkhofje te baden in de zon. Het was er druk. Alle locals waren bezig met plantjes, bloemen, gieters en schepjes om de rustplaats van hun geliefden bella te maken. Ik heb geen mooiere plek op aarde gezien om begraven te liggen. Het vredige geruis van de zee maakte het haast aantrekkelijk om een plekje te claimen. Maar toch nog wrong time, wrong place.
Maandag is het Allerzielen en dat verklaarde de drukte op het kerkhofje. Dan worden de doden herdacht en dat is ook voor ons het moment om naar de Basilico San Miguele te gaan. Het is voor mij persoonlijk waardevol om aan de afwezigen te denken. Wat ze voor je betekend hebben. Hoe je ze nog mist. En ook te mijmeren hoe het zou zijn als ze er nog zouden zijn. Dat levert vaak verrassend grappige projecties op. En helpt mij om het verdriet, het gemis of de leegte te kunnen accepteren. Want hoezeer de dood ook bij het leven hoort, de willekeur waarmee hij neemt, is te vaak oneerlijk. Ik kan soms jaloers zijn op mensen die in meer geloven dan het hier en nu.
Maar eerst is vandaag Genua aan de beurt, waar we de lokale club gaan ondersteunen in de altijd lastige thuiswedstrijd tegen de maffiosi van Napoli. Het wordt vast een oersaaie 0-0 wedstrijd met in de laatste minuut een doelpunt van pigmee Dries Mertens van Napoli. Zoals Cruyff altijd zegt over Italianen: Ze kennen niet van je winnen, je ken van ze verliezen.