Vandaag wordt een speciale dag. Het gerucht gaat dat het vanmiddag droog wordt en stopt met regenen. Alhoewel ik normaliter positief ingesteld ben, geloof ik er nu geen snars van. Als engelen bestaan, zijn ze nog lang niet uitgejankt over wat wij hier beneden aan het doen zijn.
In onze overvolle agenda stond vrijdag een golftoernooi, zaterdag een tuinwerkdag en vanmiddag een golfrondje in Brabant met vriendinnetje Sandra gepland. We waren gewoon zu Hause in die Heimat, tegenwoordig bijna een zeldzaamheid. En dat betekent ook dat we met frisse tegenzin ons huis moeten schoonmaken om het verkoopfähig te houden en de tuin voorjaarsklaar te maken.
Behalve veel bezichtigingen hebben we tot nu toe alleen een bod van onze buurman, het Kranenburgse Gemeentehuis ontvangen. Zij kunnen de grond goed gebruiken en hebben ruim onder de vraagprijs geboden. Geizig (gierig) is een mooi Duits woord voor deze doorzichtige tactiek. Gelukkig hebben we geen haast en houden we er rekening mee dat het misschien lang gaat duren. Maar eerlijk is eerlijk, we moeten ons echt opladen om nog veel tijd in huis en tuin te steken.
Na een zonovergoten afscheidsweekend in Malaga was het dus regen, regen en regen deze week. Vorig jaar een droogterecord in maart, dit jaar bijna een regenwater-record met tweemaal de gemiddelde hoeveelheid pleur die naar beneden kwam. Maar erger nog is het gebrek aan zonnestralen. Slechts 115 uur in de hele maand, pak ‘m beet 4 per dag. Dat was vorig jaar nog ruim het dubbele. Godzijdank was ik maar 13 dagen hier, want ik merk dat ik er steeds slechter tegen kan. Spanje daarentegen gaat na bijna 12 maanden van droogte gebukt onder de ergste watertekorten in decennia en smeekte om regen. En toch zijn er klimaat-sceptici.
Het bruggetje is makkelijk gemaakt en brengt me bij een delicaat mannen-op-leeftijd-probleem; druppelen. Als je nu afhaakt omdat je geen details wil, snap ik dat volledig. Maar over ‘ons’ probleem wil ik toch wat openhartiger praten vandaag. Het is er gewoon en soms pijnlijk zichtbaar. Ik draag boxershorts met een dubbele gewatteerde voorkant, ik plas al mijn hele leven zittend, ik blijf wat langer nazitten op de pot om die huichelachtige nakomers nog toe te staan, ik doe fitness-oefeningen voor een stabiele bekkenhouding en toch; ik druppel na. Zo, dat is eruit.
Het is lang niet meer zo’n stevige bransdslangstraal als vroeger. Ik kon toen bijna naar de overkant van de Waal pissen na een avondje bier hijsen. Zwalkte soms gewoon boven een urinoir en stond dan alweer op de dansvloer voordat Willie weer achter de rits zat. Zei vaak tegen mein Schwanz dat ie maar een uurtje geduld moest hebben. Daarom drink ik ook bijna geen bier meer. Ik moet namelijk letterlijk eerst de de blonde pater die net achter de huig zit via mijn schobbejak eruit persen, voordat ik een nieuw biertje kan bestellen. Ik ga tegenwoordig ongemerkt dichter bij de plee dan bij de bar staan.
Ik snap niet waarom er in de evolutie geen rekening mee is gehouden. Minder spierkracht in de loop der jaren? Vooruit. Stijver in de rug? Okay. Minder zicht? Geeft niet. Namen van oud-collega’s vergeten? Acceptabel. Maar waarom kan die yoghurtbuks niet gewoon blijven doen waar hij voor gemaakt is? Gewoon vocht afvoeren zonder lekkages. En met het kopje omhoog als het moment daar is? Dat is toch niet teveel gevraagd?
Elke man heeft zijn eigen manier om met zijn tampeloeres om te gaan. Het jammere is dat hij niet altijd luistert en eigenzinnig is. En ineens wakker kan worden en om zich heen gaat kijken, terwijl hij dan beter nog even kan uitslapen. En als je ouder wordt, is hij helemaal onberekenbaar en eigenwijs. En dus ook een beetje laat reageert op het signaal “we zijn klaar met plassen en gaan op slot.” Maar één ding is zeker: als hij helemaal nergens meer op reageert en zelfs in een Tena Lady moet worden gepropt, hoeft het van mij niet meer. Dan is nadruppelen langzaam overgegaan in een doorlopend Hollands miezerbuitje, zoals de afgelopen weken.
Alsjeblieft Zon, kom tevoorschijn!
